Emotioneel bezit
"Wat als bezit een emotioneel gewicht is dat je soms niet meer kunt dragen?" Ik kijk mijn vriend nog een keer aan. Ik had net de Camino gelopen, wat een weg van vooral loslaten en wegdoen was geweest. Vanaf het begin was mijn rugzak namelijk te zwaar geweest.
Dit is een gastblog van 7 september 2022 geschreven voor Zettje in de goede richting.
Gewogen
In het kantoortje bij het startpunt, waar je je aanmeldt voor de Camino, moest ik mijn rugzak aan een haak hangen.
“No, no, this too heavy for you!”
De man loopt naar de zak, pakte hem eraf en gebood me in zijn gebroken Frans-Engels spullen eruit te halen, ze in een zak te doen en te laten opslaan in het magazijntje achter het kantoortje. Ik wilde de tocht graag tot het einde lopen, dus gedwee volgde ik zijn instructies op, terwijl hij stilletjes over mijn schouder meekeek.
“Why many blankets?”
Omdat het winter is en ik het wel koud zal hebben in mijn zomerslaapzak?
“Alberge has blankets!“
En hopla, ze gingen in de zak. Als ook een extra stuk zeep, een thermobroek en een dikke wollen trui.
“You will be warm. No worry.”
Hij had gelijk, niet alleen had ik het warm tijdens het lopen, maar lagen er voldoende dekens in de herbergen. Toch was mijn rugzak nog steeds te zwaar. Ik had ik gekozen voor een extra kleine, van maar dertig liter en nog voelde het alsof er een huis aan gewicht aan mijn schouders hing. Na nog geen twee dagen begon ook mijn knie tegen te stribbelen. Ik snapte er niets van, helemaal niet toen, tijdens een lunch in een parkje in een klein Spaans dorpje een man mijn ’te zware rugzak’ als een licht veertje van de bank optilde en op de grond zette. Ik zag de verbazing op zijn gezicht, hij die op de mijne.
Wat sjouwde ik dan nog meer mee?
Ontspullen
Wat bleek, veel later, dat het teveel aan gewicht vooral heel veel emotie was.
Ik had veel in mijn rugzak gestopt en dus nam het ook veel plaats in. Omdat ik elke avond mijn hele rugzak leeg moest halen om bij mijn slaapzak te komen, had ik die soms onnodige spullen ook elke dag in mijn handen. Na twee weken alles steeds weer in mijn rugzak stoppen, gingen ze me op den duur dwars zitten.
Ik werd overprikkeld door het teveel aan spul.
Van de vierenveertig dagen die ik heb gelopen, heb ik zeker de helft elke dag wel iets weg gedaan: een boek weggezet op de boekenplank in de herberg, een t-shirt in de lost and found bak gestopt en talismannen op speciale plekken langs de route achtergelaten. Maar zonder dat ik het besefte, liet ik nog veel meer achter.
Rijkdom
Op de Camino liep ik de ene keer alleen, dan weer in groepen. Er waren nachten dat ik de hele herberg voor mijzelf had, maar ook dat de slaapzaal vol lag. Soms at ik samen, soms at ik alleen. Maar altijd voelde ik dat ik met meerdere zielen op weg was op hetzelfde pad naar hetzelfde doel. Ook al zag ik de andere pelgrims soms niet, ik kwam ze op een andere manier wel tegen: schilderingen onderweg, wegwijs borden vol spreuken, een pijl gelegd van stenen. Dat en mijn rugzak met alleen wat ik wel nodig had, gaf me een gevoel van connectie, van rijkdom, van overvloed.
Ergens halverwege de tocht vertrok ik in de ochtend uit de herberg waar ik die nacht alleen had geslapen. Ik had het gevoel dat ik iets vergeten was. Ik liep de slaapzaal weer in en doorzocht elke hoek, locker en hanger. Ook onder de bedden lag niks.
Het was het gewicht van mijn eigen rugzak.
Met alles er netjes in gestopt, met ruimte voor een liter water, een stuk kaas, brood en een banaan, voelde deze lichter dan ooit. Stilletjes nam ik de kleine talisman aan die de herbergier me gaf als afscheid. Het onnodige was uit mijn rugzak verdwenen, het nodige had ik bij me en dat woog dus bijna niks. Maar bovenal, denk ik, had ik nog iets anders achter gelaten: de drang om de Camino op het tempo van een groepje van twintigjarige knullen te lopen, het idee dat ik het alleen nooit zou redden en de angst voor de daverende stilte als ik alleen liep.
Minderen
Bij terugkomst van mijn wandeling wilde ik eigenlijk niet meer 'meer'. Ik wilde minder. Ik wilde me niet meer vastklampen aan het verleden, maar ook niet meer op zoek naar veiligheid in de vorm van spullen. Toen ik mijn koffer opende vroeg ik me dan ook af: wat wil ik nog houden?
Die hele zoektocht leidde me terug naar de vraag hoe ik mijn leven eigenlijk wilde leiden. Want in onze consumentenmaatschappij is het een gewoonte om steeds maar te kopen zonder dat we ons realiseren waarom we dit doen. Vaak genoeg is dat om een leegte te vullen of om een gevoel te verdoezelen. Een gevoel van onveiligheid of van minderwaardigheid.
Het probleem is, dat wat we onbewust kopen plek inneemt. In huis, in de kelder, op zolder en in mijn rugzak, zonder dat ze het onderliggende gevoel oplossen.
Logisch dus dat mijn vriend bezit als een emotioneel gewicht ervoer: het kost tijd, het kost geld en het kost kopzorgen. Want bezit vraagt onderhoud, maar het vraagt ook een onderhoud die je niet even met de plumeau kunt wegstoffen. Het is verbonden met een herinnering, met een voorval in het verleden, met een negatief gevoel dat je niet wilt erkennen. De vraag is of je daar steeds aan herinnerd wilt worden, of je daar steeds mee bezig wilt zijn.
Tiny living
Het antwoord op de vraag hoe ik mijn leven wilde inrichten was voor mij daarom snel duidelijk: simpel, met minder spullen, maar wel in connectie met mijn omgeving en met een gevoel van rijkdom. En dat heb ik gevonden op een ongewone manier, in een klein huisje in een klein dal in Zuid Spanje.
Hoe klein mijn huisje ook is, bij het ontwerpen maakte ik vooral ruimte voor mensen, voor ons en voor diegenen die bij ons op bezoek zouden komen.
Daarom is mijn mini woonkamer soms een stil plekje waar ik me veilig kan terugtrekken, maar soms ook een balzaal.
Liefs,
Daphne
Comments