Mijn Japan
- Daphne Helvensteyn
- 19 mrt
- 3 minuten om te lezen
Mijn rondreis door Japan is een van de indrukwekkendste reizen die ik ooit heb gemaakt. En dat komt misschien wel omdat ik zo lang over het land gedroomd heb. De simpele stijl van de huizen, de vakmanschap die van het keramiek afstraalt en de duizend en een schattige hebbedingetjes, Japan trok me al vanaf jongs af aan.

Ik schreef dit stuk voor https://www.ervaarjapan.nl/blog/
Graag stel ik je voor aan mijn Japan.
Toen ik tijdens mijn opleiding de kans kreeg me een trimester lang in de architectuur, de cultuur en de gewoontes van Japan te verdiepen, zei ik natuurlijk volmondig ja. Ik ontdekte moderne Japanse architecten en hun invloed op de westerse bouwkunst. Ik leerde over de Japanse gedrevenheid in perfectie en hun doel al bestaande ontwerpen verder te verbeteren. Ik las over tempels, tuinen en kastelen en hoorde dat het woordje ‘ik’ niet bestond.
Eindelijk op pad
In 2009 was het zover, ik had mijn vlucht naar Tokyo geboekt en de Japan Rail Pass zat in mijn broekzak. Japan, here I come. Mijn eerste stop was Tokyo stad. Ik had een moderne ryokan gekozen en leerde al gauw het spel met de slippers kennen. Slippers voor de slaapkamer, slippers voor de gang, slippers voor de douche en slippers voor de wc. Soms stond ik daar bij mijn slaapkamerdeur met nog steeds de wc slippers aan mijn voeten.
Na mijn dagelijkse ontdekkingstocht door Tokyo bleek de futon netjes opgevouwen en de lage thee tafel in het midden van de ruimte geplaatst. Ik was wel gecharmeerd van die multifunctionaliteit van een kleine ruimte. Tijdens mijn bezoeken aan een keizerlijk huis, een samoerai kasteel en een geishahuis viel deze precisie en multifunctionaliteit me ook op. Schuifdeuren die zonder morren bijna zwevend dicht gingen, dakconstructies die uit een elegante balken-compositie bestonden en de stilte. Japan bleek een bubbel van stilte. Geen getoeter op de straat, niemand die hardop praatte, fluisterende telefoongesprekken op de overloop in de trein. Alles was zacht.

Mijn Japan
Nou zou ik je graag zeggen dat ik me direct als een koi in het water voelde zodra ik uit het vliegtuig stapte, maar niets is minder waar. Ondanks alle fotoboeken in mijn boekenkast, de cultuurlessen op school en de kleine Japanse prullaria in mijn vensterbank, was ik niet voorbereid op het verwarrende gevoel dat Japan me gaf. De combinatie van een eeuwenoude cultuur en een hypermoderne manier van leven kon ik niet goed bevatten.
Op een of andere manier vond ik niet Mijn Japan, het Japan dat was ontstaan in mijn hoofd. Pas toen ik het volle Tokyo verliet en via Nikko naar Takayama vertrok, kwam ik Mijn Japan tegen in de vorm van een tempel, in het midden van een meertje. Ik mocht er niet op, maar ik heb daar wel een lange tijd gezeten. Met het wegpinken van af en toe een traan liet ik eindelijk het haasten gaan en lukte het me oprecht te genieten van het ‘ik ben in Japan’ gevoel.
Vanaf dat moment kon ik glimlachen naar de giechelende Japanse ogen als er weer eens een ‘toerist’ met de wc slippers door het museum liep, in stilte luisteren naar de zachte tonen van een koto in een oude wijk en genieten van de Takayama Beef op mijn verjaardag.

Als een spons
“Weet u zeker dat u meerdere nachten wilt blijven? Er is hier niet zo veel te ontdekken hoor.” was altijd de vraag die ik kreeg als ik me ging inchecken in de volgende hostel op mijn lijstje.
“Ja!”, want ik wilde alles opslurpen van Mijn Japan.
Op mijn huurfiets reed ik dagen door Nara, Fukuoka en Nagasaki, op zoek naar kleine pareltjes en grootse tuinen. Ik liep langs alle (ja alle) heetwaterbronnen in Beppu en de vele tempels van Kamakura. Ik gunde mijzelf de tijd om van de top van Miyajima naar beneden te lopen en (ja, ik weet zeker dat ik dat lopend wil doen) niet weer met de kabelbaan terug naar beneden te gaan. Uren struinen door het kasteel van Kanazawa en me verbazen over Nederlandse keramiek in Dejima. Zo vaak ik kon zocht ik in winkeltjes naar kleine schatten en vroeg ik uiteindelijk in de tempel van Narita om een laatste zegen voordat ik weer op het vliegtuig moest.
Heimwee
Ik moet er weer een keer naar terug, naar dat vreemde, maar gastvrije land. Er zijn namelijk nog een paar dingen die ik de vorige keer niet heb gezien. De sakura in het voorjaar, bijvoorbeeld. De natuur op Hokkaido en de warmwaterbronnen van Kusatsu. Maar de volgende keer ga ik vooral voor de uitgestrekte theevelden hoog in de bergen, de prachtige handgemaakte theekopjes en natuurlijk een echte sadô, de theeceremonie van Japan.
Een theereis, zeker weten de volgende keer wordt het een theereis door Japan.
Liefs,
Daphne
Comments