Kimono voor aan de muur
- Daphne Helvensteyn
- 19 mrt
- 6 minuten om te lezen
Wat me van de film Memoirs of a Geisha nog het meest bijbleef, waren de indrukwekkende kimono’s. Hoe de decennia oude gewaden voorzichtig werden bewaard en alleen voor speciale gelegenheden uit de kast kwamen.

Ik schreef dit stuk voor de website www.ervaarjapan.nl
En herschreven ter ere van Becky Vizulis, we miss you!
Hoe ze laag voor laag werden aangedaan, in volle aandacht met koorden in de juiste vorm gesnoerd. Maar vooral het beeld van de kimono die letterlijk klaar stond om aan te trekken, gehangen over een houten standaard. Ik had in die tijd een muur van 4,5 meter hoog en ik dacht dat een kimono daar wel mooi zou hangen.
Grote opgave
Op mijn zoektocht in Tokyo naar een perfecte kimono voor ‘aan de muur’ kwam ik vooral hele dure exemplaren tegen of juist de goedkope toeristische. Ik ontdekte dat een kimono niet alleen de stoffen jas is, maar dat er nog veel meer bij komt kijken. Zo heb je de obi nodig, de brede ceintuur voor om je middel, koorden en linten om alles vast te binden. Daarnaast zijn ze gemaakt van hallucinerende stoffen met prachtige grafische patronen, kleuren en afbeeldingen. De perfecte vinden leek ineens een hele grote opgave.
In Kyoto stuitte ik per ongeluk op een drukbezochte markt langs de rivier. Het was een klein kimono-feest, iedereen was uitgedost in gewaden met grote bloemen en frisse kleuren. Ik was blijkbaar in het Tanabata festival gerold en een onderdeel daarvan was precies die dag het wassen van de traditionele zijden stoffen in de rivier de Kamo. Een traditie die Yuzen Nagashi wordt genoemd, de eeuwenoude manier om de met de hand beschilderde stoffen te ontdoen van overtollig verf. Ondergedompeld in deze ervaring, was het duidelijk: een goedkope toeristische kimono, made in China, ging het niet worden.
Flinke stukken
De lappen stof die in de rivier lagen uit te spoelen waren speciaal voor kimono’s. Het kledingstuk wordt gemaakt van een stuk stof, tanmono genoemd, van zo een veertig centimeter breed en wel elf meter lang. Uit dit stuk stof worden de twee panelen geknipt, die van voor tot achter over beide schouders vallen, verder nog de twee mouwen, de boorden en de kraag. Tegenwoordig worden ook synthetische stoffen gebruikt, maar van oudsher is een kimono van katoen, satijn en hennep. Maar een echte, traditionele is natuurlijk gemaakt van zijde. En dat is wat ze zo duur maken. Door deze zeldzame stof kost een kimono ver in de duizenden euro’s, gaan dan ook generaties lang mee en worden doorgegeven van moeder op dochter.
Een nieuwe was dus onbetaalbaar, dan maar een tweedehands. Zo eentje die, net als in de film, van vrouw op vrouw doorgegeven werd in een doos. In Japan wordt in de regel traditionele kleding niet zomaar weggegooid, dus ik hoopte erop dat men ze dan maar naar een tweedehandswinkel bracht.

In de winkel
Ik had het geluk dat ik met twee Japanse dames een dag op pad kon. Ze namen me mee op een toer langs de grote toeristische trekpleisters van Nara en we eindigden na een matcha thee uiteindelijk in de door mij zo gewenste tweedehands kledingzaak met, gelukkig, een ruime keuze aan kimono’s, obi’s en yukata’s, de zogenaamde zomer kimono’s.
De oudere dame die bij ons gezelschap was, had zelf nog nooit een kimono gedragen. Ze vond zichzelf te modern daarvoor en had de vraag van haar man altijd afgewezen. Ze was zelfs in een westerse trouwjurk getrouwd. Maar vandaag stond ze model zodat ik kon zien hoe je een kimono nou eigenlijk aan doet en draagt. De hele techniek werd me uitgelegd door de andere dame en door de stappen te fotograferen hoopte ik dat ik het later met gemak nog eens kon herhalen.
De regels
Zoals met wel meer tradities in Japan zijn er strenge regels over hoe de kimono gedragen moet worden. Zo moeten bijvoorbeeld de mouwen lang zijn als er een bruiloft is binnen je familie. Maar ga je naar een bruiloft buiten de familie, dan moeten de mouwen weer kort zijn. In bepaalde perioden van het jaar draag je twee lagen, op andere momenten draag je er maar een.
De obi, de ceintuur van ongeveer 20 cm breed, heeft ook zo zijn eigen regels. Bij elke gelegenheid hoort een ander musubi, de ‘strik’ die achterop de rug zit en die je als het ware aan de obi hangt. Ook is voor vrouwen het gewaad veel langer dan de lichaamslengte. Dit omdat je hem bij de middel moet vouwen tot de stof de juiste lengte heeft, waarna je hem met de obi vastzet.
Een volledige outfit
Ik had ondertussen de hele kimono-hoek in beslag genomen. De kleine prijsjes, mooie gekleurde opdrukken en ruime aanbod van accessoires maakten me hebberig. Ik wilde niet meer alleen een mooie om op te hangen aan mijn muur: langzaam groeide het idee van een volledige outfit. Toen ik mijn keuze had gemaakt liep ik dan ook naast de mantel met een obi en musubi naar de kassa. Omdat de musubi die ik had gekozen een kussentje nodig had om hem bol te maken, hingen er om mijn armen ook linten en koorden die perfect bij de kleur van mijn kimono pasten.

En toen ontdekte ik de onder-kimono.
Nog even voor de laatste keer langs de rekken struinend viel mijn oog op een witte kimono met een fijn motief in de stof. De dames legden me uit dat dit een nagajuban was. Ondanks dat het er mooi en verfijnd uitzag en ook een echte kimono leek, was het onder-kleding, zoiets als onze ouderwetse onderjurk of rok. En hoewel die bij ons vaak simpel en vooral functioneel zijn, is deze nagajuban in Japan een waar kunstwerkje.
Van dit kunststukje zie je blijkbaar maar heel weinig: de kraag, een randje bij de mouwen en net even een strookje als je loopt. Het is dan ook not done om in deze nagajuban zomaar over straat te gaan. Je draagt hem namelijk vooral om de buitenste laag de juiste vorm te geven. In de nek van de nagajuban die ik uiteindelijk kocht, zit bijvoorbeeld een lint met knoopjes, waarmee ik de vorm van de kraag kan veranderen en bepalen hoeveel men van mijn nek ziet.
De perfecte kimono
Voor ‘aan de muur’ koos ik een kimono van een gebroken witte stof met oranje esdoorn bladeren, blauwe bloemen en goudkleurige slierten die als een waterval over de stof vallen, aangevuld met een oranje obi en musubi. Het blijkt er een in de komon-stijl te zijn, die vooral bedoeld is voor casual gebruik. Traditioneel dragen jonge mensen kimono’s in lichtere kleuren dan oudere mensen, volgens de dames was dit dan ook een perfecte keuze voor mij. Het mooie aan mijn keuze vind ik dat er ook echt de naam van iemand in staat.
Net voor vertrek kon ik het uiteindelijk niet laten om ook een yukata met grote paarse bloemen te kopen, samen met een paarse obi, waarvoor ik de instructies voor de strik op een papiertje mee kreeg. Voldaan en met een grote tas vol aanwinsten liepen we de winkel uit, me afvragend hoe ik in godsnaam alles in mijn koffer kreeg en in Nederland ongezien door de douane kon komen.

Eindelijk aan de muur
Maar dat liep allemaal van een leien dakje. Toen mijn kimono eenmaal aan de muur hing, kon ik uren liggend op mijn kleed naar het patroon kijken, mijmerend over hoe ze de stof nu toch zo aan elkaar hadden gezet dat het patroon als het ware doorloopt naar de andere kant. Elke keer vond ik weer nieuwe stukjes in het fantasievol gedecoreerde stof, verbaasde het me weer hoeveel stof er gebruikt was en voeg ik me af of en wat ze met de restjes hadden gedaan.
Mijn kimono heb ik ook een keer vol trots gedragen: op mijn verjaardag na terugkomst uit Japan. Het was een hele happening om samen met mijn moeder en schoonzus de kimono perfect aan te doen. Wat hebben we gelachen toen bleek dat we het na een uur stoeien helemaal opnieuw moesten doen.
Als ik door mijn foto’s van Japan blader, zie ik ook Suzuko, de oudere dame, met mijn kimono aan in de winkel staan. En dan moet ik weer terugdenken aan haar man. Bij thuiskomst lieten we hem al mijn aankopen zien en ook de foto van Suzuko. Zijn gezicht sprak boekdelen. Ik had hem een erg groot cadeau gegeven: eindelijk stond daar zijn vrouw in een kimono!
Liefs,
Daphne
Comments